Het landgebruik gaat meetellen in de CO2 balans
Klimaatakkoord is een uitdaging voor boerenLTO Nederland stelt dat de land- en tuinbouw een structurele bijdrage kan leveren aan het oplossen van het klimaatprobleem. De eerste voorstellen van Europees commissaris voor klimaatbeleid Miguel Arias Cañete bieden volgens Hans Huijbers, bestuurder LTO Nederland, goede aanknopingspunten voor een overeenkomst tussen overheid en agrarische sector in Nederland. “Vanaf 2020 gaat het landgebruik meetellen in de CO2 balans van EU-lidstaten. Dat is een erkenning van het feit de agrarische sector onderdeel is van de oplossing van het klimaatprobleem. Het zou goed zijn als ook de Tweede Kamer langs die lijn naar de land- en tuinbouw kijkt.”
Voor de land- en tuinbouw is het klimaatakkoord van Parijs eerder een uitdaging dan een bedreiging, stelt Huijbers.
De beste boeren staan aan wal
Hebben de trefwoorden lto , tuinbouw , boeren , nederland , overheid , europees , co2 , agrarische en tweede kamer geen geheimen voor jou? Dan kunnen we jouw kennis en inzicht goed gebruiken! Of je nu actief bijdraagt door foto's, video's, topics of reacties te plaatsen, of je zorgt er middels de stemknoppen voor dat de beste reactie naar boven borrelt.. Jouw kennis en inzicht m.b.t. de agrarische sector kunnen deze site nét dat beetje beter maken. Maak ook een (gratis) account aan!
Reacties
Klimaatakkoord is een uitdaging voor boeren
Het is niet ondenkbaar dat het klimaatakkoord van Parijs Haagse politici deze week verleidt tot rigoureuze maatregelen in de agrarische sector. “Maar dat scenario moeten we hoe dan ook afwenden. Stimuleren is wel effectief. Dat zie je met het energiebeleid en regelingen zoals SDE+, ISDE, EIA, MIA en VAMIL. Op die manier zou wat LTO Nederland betreft ook het nieuwe klimaatbeleid ingevuld moeten worden”, stelt LTO bestuurder Hans Huijbers (Duurzaam Ondernemen).
LTO Nederland staat op het standpunt dat de land- en tuinbouw een structurele bijdrage kan leveren aan het oplossen van het klimaatprobleem. Geen enkele andere economische sector is daar toe in staat. De eerste voorstellen van Europees commissaris voor klimaatbeleid Miguel Arias Cañete bieden volgens Hans Huijbers goede aanknopingspunten voor een overeenkomst tussen overheid en agrarische sector in Nederland. “Vanaf 2020 gaat het landgebruik meetellen in de CO2 balans van EU-lidstaten. Dat is een erkenning van het feit de agrarische sector onderdeel is van de oplossing van het klimaatprobleem. Het zou goed zijn als ook de Tweede Kamer langs die lijn naar de land- en tuinbouw kijkt.”
Voor de land- en tuinbouw is het klimaatakkoord van Parijs eerder een uitdaging dan een bedreiging, stelt Huijbers. Het platteland is nu al de belangrijkste producent van duurzame energie en de mogelijkheden zijn nog lang niet uitgeput: of het nu gaat om biomassa, zon, wind of geothermie. “Dierlijke mest is nota bene de grootste bron van biomassa in Nederland. Dat moeten we veel beter benutten. Denemarken verwarmt complete woonwijken op basis van een mengsel van dierlijke en humane mest. Dat vind ik inspirerende initiatieven.”
Organisch stof verhogen
Het verhogen van het gehalte aan organische stof in de bodem is een andere manier om de hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer te verminderen. Op dat punt geven de Fransen het goede voorbeeld. Ze willen ieder jaar het organische stofgehalte in de bodem met 0,04 procent verhogen. “Dat moet ook onze ambitie worden.” Maar daar is veel meer voor nodig.
“Er moet sowieso meer aandacht komen voor de bodem: bijvoorbeeld door meteen na de oogst het land in te zaaien met een groenbemester. Met iedere dag dat een hectare onbenut blijft liggen, loop je 200 kilo organische stof mis. En jaar in, jaar uit rooigewassen of maïs telen op hetzelfde perceel is natuurlijk ook niet goed voor het organische stofgehalte. Boeren hebben zelf ook baat bij een strategie die de bodem stimuleert: de grond wordt weerbaarder, je hebt minder gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest nodig en het is goed voor de biodiversiteit.”
CO2 binden aan bodem
Bodems onder bossen, weilanden en akkers herbergen grote hoeveelheden CO2, in de vorm van organische stof (zogeheten carbon-sinks). Een verdere verhoging van dat organische stofgehalte, zal leiden tot lagere concentraties broeikasgassen in de atmosfeer. “Wanneer je het organische stof gehalte van Nederlandse landbouwgrond met één procent weet te verhogen, compenseer je de totale Nederlandse jaarproductie aan broeikasgassen”, illustreert Huijbers de potentie van de land- en tuinbouw.
Broeikasgas verminderen
Nederlandse boeren en tuinders kunnen wat betreft broeikasgasreductie bogen op een fraai trackrecord: vanaf 1995 daalde de emissie al met 27 procent, aldus officiële cijfers van de overheid. Vooral dankzij een kleinere veestapel, lagere mestgiften en emissiearme aanwendingstechnieken. LTO Nederland vindt dat de overheid bij het bepalen van doelen voor 2030 rekening moet houden met die prestaties. “In Nederland moeten de sectoren land- en tuinbouw, bosbouw, transport, bouw en afvalverwerking in 2030 gezamenlijk een reductie realiseren van 36 procent ten opzichte van 2005. De grote stappen die de sector al heeft gezet, moeten wat ons betreft worden meegenomen.”
Huijbers ziet nog voldoende mogelijkheden om de uitstoot van broeikasgassen door de sector verder terug te dringen. “Denk aan energiebesparing en het opwekken van duurzame energie.” Ook de potenties van mestvergisting zijn groot. Mono-vergisting voorkomt uitstoot van methaan: een heel sterk broeikasgas. Vervolgens vormt methaan weer een bron van groene energie. Ook met het vervangen van kunstmest door bewerkte (dierlijke) mest, een hogere productie per dier én aanpassingen in het rantsoen van dieren zal de uitstoot van broeikasgassen verder dalen.
Het sterk gedaalde nitraatgehalte staat een hogere mestgift ook toe (tot zover dat het niet weer gaat stijgen), maar dat zullen de dames en heren in Brussel en Den Haag niet willen zien.